Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Uw alziend oog. Uw alziend oog, dat mij bewaakt, Mijn God! Aanschouwt niet slechts en wil, maar maakt Mijn lot. Uw weten, willen, doen is één, Is macht, Is macht der liefde, streng meteen En zacht. Ik buig mij met aanbidding neer, En zwijg. Mijn wil voert met den Uwen, Heer! Geen krijg. Al snerpt somtijds uw roede fel En raakt Het teerste - steeds hebt Ge alles wel Gemaakt. Vorige Volgende