Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Nu en daarna. (Francis Ridley Havergal.) Nu, het zaaien; nu de tranen; Hard gewerkt en lang gewacht; Maar daarna, de gouden granen Juichende in de schuur gebracht. Nu, 't meedoogenloos besnijden, 't Scherpe mes door rank en loot; Dan, des Meesters zoet verblijden Bij de vruchten veel en groot. De in-plons nu, het overstelpen, 't Blindling tasten, lang of kort; Dan, 't kleinood der parelschelpen, Dat des duikers losprijs wordt. Nu, 't nauwlettende behouwen, 't Zwaar verwerken van de stof; Maar daarna, 't volmaakt aanschouwen Van het heerlijk koningshof. Nu, het stemmen van de snaren; Wan- bij wanklank, anders niet; Dan - het grootsch ten hemel varen Van het halleluja-lied. Nu, de strijd, het sterk verweren, 't Bloedig worstlen, bang en zwaar; [pagina 69] [p. 69] Dan, het vreedzaam triomfeeren. En de kroon der eere op 't haar. Nu, een donkre school doorkropen, Tucht en les naar lust noch zin; Dan, de hoogste werkplaats open, En des Meesters woord: ‘Treed in!’ Vorige Volgende