Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] God en godsbegrip. Gij hebt een Gods-begrip, gansch naar uw zin. Zeer wel; ik heb een God, dien ik bemin. Uw Gods-begrip doet u noch kwaad noch goed. Mijn God troost, sterkt, en reinigt mijn gemoed. Uw Gods-begrip verandert, wijzigt gij. Mijn steeds dezelfde God verandert mij. Vorige Volgende