Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Hein hoogvlieger. Met de vlucht van den aadlaar stijgt ge op, naar gij spreekt. Het zij zoo; ik gun u dat stijgen. Maar het oog van den aadlaar, den klauw, die ontbreekt, Zult gij die door te vliegen verkrijgen? Vorige Volgende