Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Beproeving. Hij die met God een blik gewisseld heeft, Heeft lang genoeg geleefd. ‘Laat nu, o Heer! uw dienstknecht gaan in vrede!’ Zoo luidt ook zijne bede. Maar God beproeft dien hij gelukkig maakt. Een bange stonde naakt. Een zwarte wolk, die 't zonlicht komt vervangen, Begint het hart te prangen. Daar daalt de nacht; daar dooft de laatste ster; En alle troost schijnt ver.... Neen. Wanhoop niet! Stare ook uw oog in 't duister: Ontsluit uw hart, en luister! Daar is een stem, die antwoordt op uw klacht; Daar is een liefdemacht, Die steunt, en die haar liefderijk bedoelen In 't innigst hart doet voelen, En de overtuiging kweekt, die eenmaal zegt: ‘Nu ken ik God eerst recht!’ Vorige Volgende