Gedichten. Deel 4(1905)–Nicolaas Beets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Aan Clara, op den dag van haar vertrek naar Oost-Indië. met het Stoomschip ‘Voorwaarts.’ Vaarwel, mijn dochter, streef met moed Door zee en vloed Naar 't geurig Oosten! Ga daar eens Echtvriends trouw gemoed Van 't uitgerekt verlangen troosten, En breng mijn Zoon mijn Vadergroet! Met ons gedachten blijven wij Het schip nabij, Dat u mag dragen. Wij volgen u van zee tot zee, De weken tellende en de dagen Met luiden wensch en stille beê. Wat feest- wat dank-dag zal het zijn, Als, na de pijn Van 't machtloos wachten, heimlijk schromen, Ons hart zich ophaalt aan 't genot Der blijde tijding: ‘Aangekomen - Gezond - Vereenigd - Dank zij God.’ [pagina 35] [p. 35] O spoedig smake 't ouderhart Die vreugd, de smart Vergoedende van 't moeilijk scheiden! Vaarwel! Vaarwel! De ‘Voorwaarts’ wacht; Gods Englen mogen 't schip geleiden, Beschermende u, bij dag en nacht. 22 Dec. 1876. Vorige Volgende