Gheestelycke rym-konst(1653)–Peter de Beer– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 92] [p. 92] Sangh-ghebedt Tot den H. Arch-Enghel Michaël. Op de wijse: O Maria maior omni laude, &c. MIchaël Arch-Enghel hoogh-verheven, Godt. heeft u soo groote cracht ghegheven, Dat den duyvel u heeft moeten wijcken, Die met Godt hem wilde verghelijcken: Snelle totter helle Is sijn hoovaerdij' verdoemt, Die met woorden inden Noorden Haer van hoogheyt had beroemt. [pagina 93] [p. 93] 2. Godt heeft u de roode Zee doen scheyden, Om sijn vrienden droogh daer door te leyden; En den vreeden Koninck doen versmooren, Die sijn dienaers niet en wilde hooren: Crachtigh ende machtigh Hebdy haer in't landt ghebraght, 't Welck te vooren had gheswooren Godt te gheven haer gheslaght. [pagina 94] [p. 94] 3. Wilt Godts volck oock hedensdaeghs beschermen; Hoort sijn claeghen, suchten ende kermen: Wilt des vijandts cracht en macht verpletten, Die den voort-ganck van 't gheloof beletten. Strijder en Bevrijder Van het edel Christendom. Helpt de waerheyt met u claerheyt; En maeckt alle valsheyt stom. [pagina 95] [p. 95] 4. Wilt oock eens de Wet van vrede leeren Ettelijcke ongheruste Heeren, Die soo nijdigh en soo bitter strijden, En in dese plaghen haer verblijden; Twistigh ende listigh Tweedraght saeyen inde Kerck, En vertreden recht en reden Met soodanigh duyvels werck. [pagina 96] [p. 96] 5. Voorts wilt ons in vrede komen haelen, Als wy sullen scheyden uyt dees daelen: Brenght ons daer de goede sielen rusten, En in Christo stillen all' haer lusten, Singhen en omringhen Die Fonteyn van alle goedt, En ontfanghen met verlanghen Haeren soeten overp-vloedt. Vorige