| |
| |
| |
[1740]
* 1740. Maart 3.
2. |
Heeft Joannes Henricus Varenholtz conr[ector] een inwei redenvoering gedaan over de waare welsprekendheid, &
Cornelius Elisa van Dijk tot lof der digtkonst gesproken, &
Gerardus Joannes Lette over de verwoesting van Jerusalem.
Curatores zijnde Mr G. de Glarges
Mr Jan van Dijk.
Mr L. van Nieuwenhuizen.
Do Jo: Alberti
Rect[or] H.J. Egberts. conr[ector] Joan: Hen: Varenholtsz.
Praec[eptores] P. v. Assendelft & Antonius Faber.
zijnde H. Nieuwaart tot rect[or] beroepen te Schiedam. |
| |
Augustus.
3. |
Heeft H.J. Egberts rect[or] een redenvoering gedaan op het derde eeuwjaar van de boekdrukkonst van Laurens Coster uitgevonden, & Bonaventura van Sijpesteyn over het nut der geschiedenissen. |
| |
*1740. Winter 4.
|
Dit jaar is hier te land een zeer harde winter geweest, alle waters hier omtrend, zelfs de Zuiderzee, wierden met paarden en sleeden bereden. Ik heb ook met mijn vader, moeder, en zusters met [twee=doorgestreept, CvB] paard en slee na Zaandam het IJ over gereden, veele menschen reeden met koetsen met twee paarden op het SpaarnGa naar voetnoot3 al de bruggen onderdoor tot de meerGa naar voetnoot4 toe zonder dat het ijs bewoog, men zag dagelijks op het buiten spaarn [op het ijs=tussengevoegd, CvB] de eerste week of eenig meer menschen dan men in een geheele week op de volkrijkste plaatsen van de stad ziet. (zodat men met regt kan zeggen dat doen ter tijd het ijs als land gebruikt wierd, zonder |
| |
| |
|
dat men van ongelukken hoorde) doch, op 't laast, de menschen dat playsier door de langheid van tijd gewend wordende, wierd de menigte dagelijks kleinder, [tot=doorgestreept, CvB] zodat er eindelijk niettegenstaande de vorst noch sterk aanhield, geen een mensch meer op 't ijs gevonden wierd, en men het zag als niet ziende. |
| |
*1740. Winter 5.
|
Het vroor met alle winden bijna zonder de minste dooi in die tusschentijd, de waassem zelf bevroor in huis aan de menschenmond, verscheide menschen zijn de armen en beenen afgevroren jazelf zijn sommige dood gevroren, door deeze onverwagte en langdurige felle winter wierd hier zeer groot gebrek aan voeder voor de beesten veroorzaakt zodat een groote menigte rundvee van honger gestorven is, dit bragt ook een groote duurte te weeg zodat een vierde deel boter voor 40 gulden verkogt wierd en alles na advenant.
de Thermometer van Prins heeft alhier een dag 2 gr: onder 0 gestaan. |
|
-
voetnoot3
- Spaarne, rivier door Haarlem, die voor de drooglegging het Haarlemmermeer met het IJ verbond. Buiten het centrum van de stad sprak men van Noorder en Zuider Buiten Spaarne.
-
voetnoot4
- Het Haarlemmermeer. Dit aanzienlijke meer tussen Amsterdam, Haarlem en Leiden werd tussen 1848 en 1852 drooggemalen, waardoor de Haarlemmermeerpolder ontstond, waarvan grote delen 4 meter onder AP liggen.
|