wegsteken
wegsteken (stak weg, weggestoken)
• | verbergen, verstoppen |
- | zijn gevoelens niet kunnen wegsteken, zijn gevoelens niet kunnen verbergen |
- | zich wegsteken, zich verstoppen, wegkruipen om aan zijn verantwoordelijkheid te ontsnappen of <fig.> in een wielerwedstrijd onopvallend meerijden om zijn goede vorm te camoufleren |