Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende wegel wegel (de, -s) •paadje, weggetje De vrouw was onderweg naar huis, toen ze in een wegel naast de Zelzaatse kerk een man op een fiets zag naderen. - LN, 25-10-2002 Vorige Volgende