waarde
waarde (de, -n &-s)
- | een vaste waarde, vaste prik, vaste kracht, verdienstelijk persoon |
Zowel 's middags als 's avonds wordt JER gefrequenteerd: in de tweeënhalf jaar dat het restaurant bestaat, wist JER uit te groeien tot een vaste waarde. - Trends, 21-11-2002
- | de gevestigde waarden, vedetten, sterren |
Door het verdwijnen van vier gevestigde waarden en het moeten inpassen van vijf nieuwe spelers verliep alles nogal vrij stroef de eerste weken en was het nog zoeken naar de nodige automatismen. - GvA, 21-11-2002
|
|