vrijwaren
vrijwaren (vrijwaarde, gevrijwaard)
• | in België ook zonder de voorzetels voor, tegen of van: veilig stellen, garanderen, bewaren, behouden, beschermen, in stand houden |
‘De winkelruimte op de benedenverdieping brandde uit’, legt onderluitenant Ben Staes van de brandweer uit. ‘De achterkamers met de voorraad konden we wel vrijwaren.’ - GvA, 14-02-2003
‘We stellen alles in het werk om de landbouwgronden te vrijwaren’, legt burgemeester Maria Brughmans (CD&V) uit. - GvA, 20-02-2003