voortdoen
voortdoen (deed voort, voortgedaan)
• | voortgaan, doorgaan, voortwerken, zich redden met |
We willen niet te veel groeien. Dit is een familiebedrijf dat op ambachtelijke manier wil voortdoen. - Trends, 07-11-2002
- | doe zo voort, ga zo door |
Zijn ze een voorbeeldgezin? Voor sommigen wel, voor de meesten wellicht niet, maar het is wel onschuldig tv-kijken. En gans de familie komt er nogal goed uit. Daarom zeg ik: doe zo voort, jullie mogen er zijn! - LN, 22-11-2002