Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende voorplaats voorplaats (de, -en) •voorkamer In de voorplaats zaten de trouwe klanten te kaarten, in het achterzaaltje bouwden we met de jeugd elk weekend een feestje. - DS, 13-09-2002 Vorige Volgende