voorleggen
voorleggen (legde voor, voorgelegd)
• | laten zien, overleggen, ter inzage tonen |
Nu gaat het wel vaak om moeilijke dossiers: de meeste van die mensen kunnen om voor de hand liggende redenen zelden concreet bewijsmateriaal voorleggen en moeten terugvallen op getuigenissen. - BvL, 17-07-2001