vloerder
vloerder (de, -s)
• | vloerenlegger, tegellegger |
Via een slecht afgesloten garagepoort geraakten de dieven in de woning. Ze gingen aan de haal met werkspullen van vloerder J. uit Herentals die werken aan het uitvoeren was in het huis. - LN, 27-11-2002
|
|