Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende vislijn vislijn (de, -en) •hengel Zelfs nu nog spreken de mensen me als visser aan. Het gekke is dat ik nog nooit van mijn leven een vislijn vast had. - LN, 26-09-2002 Vorige Volgende