verzaken
verzaken (verzaakte, verzaakt)
• | plannen opgeven, alle hoop laten varen |
Op een bepaald moment in ons leven worden we namelijk onvermijdelijk geconfronteerd met het Grote Dilemma: een gezin beginnen met de partner van wie we houden en dus automatisch verzaken aan al de rest van het schoon dat daar buiten rondloopt, of eeuwig blijven jagen. - FET, 13-11-2002
• | afzien van rechten |
• | afstand doen van de troon |