veropenbaren
veropenbaren (veropenbaarde, heeft veropenbaard)
• | openbaar maken, bekend maken, publiceren, onthullen |
- | zich veropenbaren, zichtbaar worden, zich vertonen, zich doen kennen |
In het oosten en zuiden blijft het droog en daar zullen zich later af en toe opklaringen veropenbaren. - DM, 29-10-2002