uitkuisen
uitkuisen (kuiste uit, uitgekuist)
• | schoonmaken, reinigen, poetsen |
Afwachten wat er op me afkomt. En al die dingen doen waar ik vroeger geen tijd voor had: de kasten uitkuisen, de tuin onderhouden en me nog meer bezighouden met de toneelvereniging waarvan ik lid ben. - LN, 29-06-2002
• | <fig.> orde op zaken stellen |
De dochters stroomlijnen is één zaak, de financiën uitkuisen is een ander paar mouwen. - BvL, 29-06-2002