Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende straatloper straatloper (de, -s) •leegloper •straatjongen Trouwens een pastoor is een straatloper: hij moet op straat zijn onder de mensen, dicht bij zijn parochianen. - GvA, 20-10-2001 Vorige Volgende