soeplepel
soeplepel (de, -s)
• | in België vaak: eetlepel [in Nederland vaak: grote lepel om soep uit te scheppen] |
Je kan de kreeften levend kopen en zelf koken (in 3 l water, 3 dl droge witte wijn, 250 gr schoongemaakte uien, 125 gr bleekselder, soeplepel zout, peper, mespunt cayennepeper, laurierblad en 2 takjes tijm). - LN, 01-02-2003
|
|