Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende slameur slameur (de) •vuil werk, last, moeite •sleur, beslommering, rompslomp Van gezinnen uit vele gemeentes schetst Dewever de dagelijkse slameur. - HN, 06-11-2001 •rommel Vorige Volgende