Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende sermoen sermoen (het, -en) •preek, predikatie •vermaning, preek Die opmerking was de voorbode van een uitgebreid sermoen langs de personeelskosten, de gemeentelijke bijdrage die de laatste 10 jaar zowat verdubbelde en de uitgaven. - LN, 03-01-2003 Vorige Volgende