Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende semmelen semmelen (semmelde, gesemmeld) •treuzelen, dralen •zeuren, mopperen Je kan incasseren. ‘Ja, met de tanden op mekaar. Ik ga nooit zitten jengelen of semmelen.’ - LN, 04-09-1999 Vorige Volgende