schuif
schuif (de, schuiven)
Hij moet luistervaardig zijn, communicatief, hij moet met tegengestelde belangen kunnen omgaan en hij moet een visie hebben. Het is een aartsmoeilijke uitdaging. Zo iemand haal je niet zomaar uit een schuif. - DM, 04-05-2002
- | in de bovenste schuifliggen, in een goed blaadje staan, een wit voetje hebben, een streepje voor hebben |
‘Feit is dat er structureel één en ander moet veranderen,’ geeft die wel mee. Een veeg teken voor huidig manager Gaston xxx? Hij ligt bij xxx alvast niet in de bovenste schuif en was destijds onrechtstreeks verantwoordelijk voor diens ontslag als voorzitter. - GvA, 28-02-2003
- | in de onderste schuifliggen, niet goed aangeschreven staan |
|
|