schouwen
schouwen (schouwde, geschouwd)
- | de auto (laten) schouwen, de auto technisch (laten) keuren |
- | de troepen schouwen, de troepen inspecteren |
Het schouwen van de eigen troepen, een peiling naar de ambities en het wikken van de concurrentie, niets was hen te veel. - LN, 26-02-2003