Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende schoonbroer schoonbroer (de, -s) •zwager Toen hij in '98 de duiven van zijn vader erfde bood zijn ongetrouwde schoonbroer en buurman zich aan om de verzorging van de duiven op zich te nemen. - GvA, 21-03-2003 Vorige Volgende