Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende schijf schijf (de, -schijven) •gedeelte, klasse, serie, tranche: een schijf van een lening, loterij De eerste schijf van de lening heeft Cobra eind maart vorig jaar terugbetaald. - FET, 01-03-2003 Vorige Volgende