scheutig
scheutig
- | scheutig zijn op, gesteld zijn op, gebrand zijn op, happig zijn op |
‘Dat was een misdadige uitspraak, maar ik denk dat ze weinig invloed had’, lacht ze. ‘Mannen zijn er helemaal niet scheutig op om met een condoom te vrijen.’ - Knack, 09-10-2002
|
|