Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende scheefslaan scheefslaan (sloeg scheef, scheefgeslagen) •achteroverdrukken, verduisteren, verdonkeremanen De dames hadden wellicht een paar bezoekerspasjes kunnen scheefslaan. - LN, 12-09-2000 Vorige Volgende