rozelaar
rozelaar (de, -s)
Als tuinondernemer heeft xxx zich eens lekker uitgeleefd in zijn eigen, nog prille tuin. Hij waagde zich aan experimentjes, zoals een immense haagbeukboog met ingewerkte rozelaar: als de bloemknoppen opengaan, krijgt die een witroze bies. - Knack, 12-06-2002
|
|