Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende rondgaan, rondkomen rondgaan (ging rond, rondgegaan), rondkomen (kwam rond, rondgekomen) -rondgaan/rondkomen met iets, venten, leuren met iets Vorige Volgende