ritsen
ritsen (ritste, gerits)
• | ervandoor gaan, wegvluchten, wegsluipen |
• | vlug wegnemen |
Kers op de taart in opsporingsprogramma's is het langverwachte ogenblik waarop de kijker de altijd gereed staande karabijn vanachter het gordijn mag wegritsen. - GvA, 01-02-2002
|
|