rijf
rijf (de, rijven)
• | in België vaak voor: hark |
Met een dertigtal waren ze afgezakt, gewapend met schop, riek en rijf. Eerste grote opdracht was het verwijderen van het zwerfvuil en opruimen van brandnetels en klein snoeihout. De gemeente stelde een container ter beschikking om het vuil af te voeren. - HN, 14-10-2002
|
|