resem
resem (de, -s)
• | rist, tros van vruchten |
• | rist, reeks |
Het is de start van een resem grote investeringen in Antwerpen en van een heel mobiliteitsplan. - DM, 05-08-2002
• | menigte, massa, hoop |
- | een hele resem, een hele hoop |
- | bij resems, in massa's, bij de vleet |
|
|