Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende reekswinnaar reekswinnaar (de, -s) •groepswinnaar Plots zijn de Belgen, ondanks de magere resultaten voordien, weer kandidaatreekswinnaar: een zege tegen Schotland volstaat. Het wordt niets. De Rode Duivels spelen slap en gaan met 2-0 de boot in. - GvA, 06-09-2002 Vorige Volgende