Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende punch punch (de) •doorzettingsvermogen, durf, pit, wilskracht De Breevenploeg zit momenteel in de hoek waar de klappen vallen. Het ontbreekt haar aan punch en het puntenverlies stapelt zich op. - GvA, 04-03-2003 Vorige Volgende