postogram
postogram (het, -men)
• | <bnl.> door de post verkochte, versierde wenskaart |
Hij is trouwens niet de enige die boos is op De Post. In Heusden-Zolder kwam een postogram te laat voor de verjaardag van vrouwlief, en in Kinrooi kreeg Jacob Craeghs pas na 11 dagen een pakje vanuit Leuven. - BvL, 28-12-2002
|
|