poef
poef (de)
• | pof, krediet |
- | iets op de poef kopen, iets op krediet kopen |
Nooit hebben we het zo moeilijk gehad als de afgelopen jaren. We betalen iedere maand 10.000 frank af aan de lening en moeten zelfs ‘op de poef’ kopen bij de kruidenier. - DM, 11-01-2003
- | ergens in de poef staan, ergens in de schuld staan |
- | iets op de poef hebben staan, iets nog niet betaald hebben |
Serieuze ruzie in café Phoenix. Cliff had nog zestien pintjes op de poef staan, maar weigerde ze op het eind van de maand te betalen. - BvL, 01-04-2000
|
|