plakker
plakker (de, -s)
De zwaargewonde schilder-plakker vond zijn gsm terug in de garage en verwittigde zijn vader. ‘Ik was meteen daar’, zegt vader Henri. ‘Christian lag daar in de garage. Vastgebonden. Overal bloed. Hij is meteen afgevoerd naar het ziekenhuis’. - LN, 23-01-2003
|
|