pikkelen
pikkelen (pikkelde, gepikkeld)
• | trekkebenen, moeilijk gaan, mank lopen, hinken |
Het projectiel miste op twee centimeter na zijn ruggenwervel. Drie dagen na de aanslag pikkelde hij moeizaam het gerechtsgebouw binnen. -HN, 25-07-2002
• | gaan, lopen, doorlopen |
• | wiebelen van een tafel |