Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende nietdeug nietdeug (de, -en) •deugniet Op de schoolbanken was hij een nietdeug en dief; als jongeling een drinker en cocaineverbruiker zonder weerga; als mensch steeds een misdadiger. - GvA, 19-04-1997 Vorige Volgende