muit(e)
muit(e) (de, -en)
Maar die ene vink, dat was erger, die gaf al serieus katoen. Enfin, ik heb mijn beestjes terug. Ik ben content. Ook mijn muiten heb ik terug. En mijn vink zingt nog harder dan tevoren. - HN, 08-05-2002
De materialen op de gelijkvloerse ruimte zijn volgens thema uitgestald. ‘We tonen er kooien van zo'n 200 tot 300 jaar geleden. Toen werden de vinken nog blind gemaakt. En dat zie je ook aan de muiten.’ - HN, 16-03-2002
|
|