moeten
moeten
- | hij moet u dat wel gezegd hebben, hij zal u dat wel gezegd hebben |
- | moest ik ziek worden, als ik ziek zou worden |
- | moest ik het geweten hebben, als ik het geweten had |
- | moest ik van u zijn, als ik u was |
- | het is (van) moeten(s), het moet wel of [van een huwelijk] het is een moetje |
In onze beginjaren wilden we vooral iets anders maken dan wat al bestond. Daarna zijn we altijd met toegankelijkheid bezig geweest, maar nooit van moetens. - DS, 27-12-2001
- | ik moet u 10 euro, u krijgt 10 euro van me |
- | hoeveel moet ik u?, wat krijgt u van me? |
- | dat moet niet, dat hoeft niet |
|
|