maken
maken
- | de balans maken, de balans opmaken |
- | de rekening maken, de rekening opmaken of met iemand afrekenen |
- | het bed maken, het bed opmaken |
Nu, ik verwacht niet dat ze haar kamer alleen poetst, maar de vaatwasser vullen of haar bed maken, moet kunnen. - LN, 07-05-2002
- | zijn koffers maken, zijn koffers pakken |
Rudi Völler kon er gisteren nog mee lachen, maar vandaag moeten de Duitsers sowieso hun koffers maken: naar het Zuid-Koreaanse Cheju voor de volgende ronde of... naar huis. - GvA, 12-06-2002
- | thee/koffie maken, thee, koffie zetten |
- | koorts maken, koorts hebben |
Wanneer het een infectie in zijn neus heeft, kan het kindje koorts maken. - GvA,
| |