Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende laattijdig laattijdig (bn. en bw.) •laat, niet tijdig Hij overwon zijn belagers en ten slotte werd zijn gebeente (zij het wat laattijdig, in 1791) bijgezet in de gezegende muren van de Mariakapel in de middeleeuwse Collégiale Saint-Laurentkerk. - FET, 27-07-2002 Vorige Volgende