klap
klap
• | gepraat, geklets, gebabbel |
- | iemand aan de klap houden, iemand aan de praat houden |
- | een klapke doen, een praatje maken |
Er is altijd wel iemand om een klapke mee te doen. Die mix van culturen beschouw ik als een verrijking, niet als een nadeel. - DM, 30-10-2002
|
|