Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende kemel kemel (de, -s) •grove misslag, flater, blunder -een kemel schieten, een bok schieten Toen hij besefte dat hij een kemel had geschoten, voegde hij daar nog snel aan toe ‘die nog steeds veel vreugde biedt aan zijn fans’. - DM, 16-06-2002 Vorige Volgende