Vlaams-Nederlands woordenboek(2004)–Peter Bakema– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende kalot kalot (de, -ten) •in België ook: pruik, haarstukje Een oude heer uit de gegoede burgerij, een kalot op het hoofd en een gevouwen dokument in de linkerhand, zit in een zetel, keert zich naar rechts en kijkt de toeschouwer aan. - FET, 08-01-1988 Vorige Volgende